PIERRE BAYLE
prijs voor
DESIGNKRITIEK :

MAX BRUINSMA

 

In het informatietijdperk is vorm minstens zo belangrijk als inhoud. Het aanbod en de omloopsnelheid van informatie zijn tegenwoordig zo groot dat de wijze waarop informatie verwerkt en behandeld wordt bepalend is voor de kwaliteit ervan. Deze gedachtegang staat centraal in veel van Max Bruinsma's geschriften over design en kunst. Bruinsma beschouwt de ontwikkeling van een adequate techniek om informatie te interpreteren en te bewerken als de kardinale deugd voor ontwerpers. Daarbij is een kritisch oordeel onontbeerlijk.

Het werkgebied van Max Bruinsma is een toonbeeld van de democratisering van het cultuurbegrip. Zijn belangstelling strekt zich uit van mode tot cultuurpolitiek en van beeldende kunst tot beeldcultuur. In zijn meest recente werk Deep Sites onderzoekt hij de vormgeving van websites. Al toont de breedheid van zijn activiteiten hoezeer Bruinsma hecht aan het intellectuele en kunstzinnige discours, in zijn geschriften over design is hij merkbaar het meest in zijn element. Hij toont kennis van zaken, hanteert een kritische penvoering en heeft een heldere visie op ontwikkelingen in de design. Zijn stijl is bovendien zeer toegankelijk.

In zijn werk als criticus gaat Bruinsma verder. Naast een enge betekenis van designkritiek bestaat er volgens hem een brede betekenis. Bruinsma beschouwt het werk van elke criticus zelf als een vorm van ontwerpen. Hij noemt dat ‘editorial design’. Een goede schrijver is een redactionele ontwerper, dat wil zeggen, hij organiseert, analyseert en interpreteert informatie. En daarmee geeft de schrijver dus ook zelf vorm.

Anders gezegd: formuleren is ook een kwestie van design, of dat formuleren nu voortkomt uit een eigen schepping of uit een kritische beschouwing. Zoals Bruinsma het op de openingspagina van zijn website stelt: als schrijvers mogen we onze specifieke talenten en professionele expertise hebben, we zijn allen een intermediair (interface) tussen vorm en inhoud.

En zoals een redacteur (tekstvormgever) alleen kan redigeren op basis van de vereiste inhoudelijke kennis over het betreffende onderwerp, zo blijft ook design een lege bezigheid als de ontwerper niet een kritische sensibiliteit aan de dag legt ten aanzien van de werkelijkheid waar hij noodzakelijkerwijs in ingrijpt. Dit tweeledige vermogen is volgens de auteur net zo belangrijk als de separate kennis van het onderwerp bij de schrijver of de beheersing van de techniek van de maker.

Bruinsma kent de filosofische implicaties van zijn perspectief: de interpretatie van de werkelijkheid is tegelijkertijd een ontwerp van die werkelijkheid. Men kan niet neutraal zijn ten opzichte van de realiteit die men als criticus of vormgever tegemoet treedt. Zoals de techniekfilosoof Langdon Winner het uitdrukte: 'Artefacts have politics!' Design is per definitie een geëngageerd vak. Bruinsma stelt: 'Ontwerpers moeten zich eens te meer realiseren dat de kern van hun vak de analyse is, de kritische beschouwing'. Als dat zo is, dan is goede designkritiek zich dus bewust van haar verdubbelde perspectief: dat van de criticus als vormgever en dat van de vormgever als criticus.

Wat Max Bruinsma's designkritisch werk zo speciaal maakt, is precies deze dubbele kunde: designkwaliteit in kritisch perspectief te plaatsen, en kritiek te ontwikkelen als een eigen vorm van ontwerpen. Bruinsma is zelf een exemplarische vertegenwoordiger van dit editorial design.

Renny Ramakers,
namens de jury:
Ole Bouwman (voorzitter), Maarten Asscher, Lodewijk Brunt, Paul Kuypers
Rotterdam, 21 december 2005




max bruinsma